Jaarlijks wordt er in Nederland zo’n twee miljard kilogram voedsel verspild. Van 7 tot en met 13 september a.s. wordt hier tijdens de Verspillingsvrije week extra aandacht voor gevraagd. Deze actieweek is een initiatief van Stichting Samen Tegen Voedselverspilling. Deze stichting bestaat uit Nederlandse bedrijven, organisaties, wetenschappers en de overheid. Samen met consumenten komen ze in actie om in 2030 voedselverspilling met de helft te verminderen, in de gehele voedselketen, van grond tot mond. Nijsen company in het Limburgse Veulen is koploper in het tegengaan van verspilling; varkens en kippen zijn hierbij dé sleutel tot reductie van verspilling.
Nijsen company is een familiebedrijf in Veulen (Limburg) dat al meer dan 30 jaar werkt aan een duurzamere voedselproductie. Nijsen is stakeholder van de Stichting Samen tegen Voedselverspilling en partner binnen Sustainable Development Goals (SDG). Deze duurzame ontwikkelingsdoelen zijn afgesproken door landen die zijn aangesloten bij de Verenigde Naties (VN), waaronder Nederland voor de periode 2015 – 2030. Nijsen doet dit door van reststromen uit de levensmiddelenindustrie, horeca en retail via eigen korte ketens weer eten te maken: ‘Food-for-Feed-for-Food’.
John Geurts, directeur Nijsen company: ‘We voorkomen verspilling van grondstoffen en nutriënten door reststromen uit de levensmiddelenindustrie te gebruiken als grondstof in de diervoeders die we produceren. Jaarlijks brengt Nijsen ruim 100.000 ton aan levensmiddelen terug in de voedselkringloop als hoogwaardig en goed benutbaar varkens- of (Kipster) kippenvoer.’
Geurts constateert een sterk toenemende belangstelling voor zijn bedrijf: ‘Nijsen juicht iedere initiatief toe dat verspilling tegengaat. Hoe minder verspilling, hoe minder reststromen. Toch is verspilling niet altijd te voorkomen en dienen reststromen op een duurzame en verantwoorde manier verwerkt te worden. Denk aan snijresten, (retour)brood, koek, snoep, deeg, siropen en sauzen. Varkens en kippen zijn de ideale bondgenoten om verspilling tegen te gaan. Restproducten worden verwerkt tot hoogwaardig diervoeder, dat in de vorm van een duurzaam en lekker stukje vlees of ei weer op het bord van de consument belandt.’
Brood, daar zit wat in
Een belangrijke reststroom uit de levensmiddelenindustrie, cq. aanvoerstroom voor Nijsen vormt retourbrood. Brood staat op nummer 1 in de top 5 van producten, waarbij de meeste winst (in gewicht) valt te behalen. Geurts: ‘Brood is een versgebakken product, waardoor de kwaliteit snel achteruit gaat. De kunst is om het op tijd te eten, in te vriezen of te verwerken in een restjesproduct. Zo geniet je optimaal van brood en hoef je geen kruimel te verspillen. Op de website van Samen Tegen Voedselverspilling worden tips gegeven om thuis minder brood te verspillen. Brood dat niet wordt geconsumeerd, kan Nijsen verwerken tot hoogwaardige varkens- en pluimveevoeders.’
Dier- en insectenmeel in diervoeders
Onlangs gaf het Europese Parlement toestemming voor het toelaten van restproducten van slachtdieren (diermeel) en insectenmeel in diervoeders. Een positieve ontwikkeling aldus Geurts: ‘Het hergebruik van deze grondstoffen draagt bij aan kortere, circulaire ketens. Zo hoeft Nederland minder plantaardige eiwitten, zoals soja, te importeren en wordt een belangrijke impuls gegeven aan de gewenste eiwittransitie. Hoewel diermeel binnenkort weer toegelaten is, zijn er wel strikte regels verbonden aan de toepassing van dier- en insectenmeel. Voedselveiligheid blijft belangrijkste criterium.’
‘Dieren spelen een onmisbare rol in ons voedselproductiesysteem,’ besluit Geurts. ‘Nijs to meet’: Nijsen zet dagelijks stappen in de ambitie naar een gesloten, circulair voedselsysteem. Er is immers maar één planeet, daar moeten we zuinig op zijn.’