Dit blijkt uit onderzoek van supermarktonderzoeker Questionmark in opdracht van ProVeg Nederland. Het is de eerste keer dat prijsverschillen tussen dierlijke producten en hun plantaardige tegenhangers in Nederlandse supermarkten systematisch in kaart worden gebracht.
Questionmark analyseerde de prijzen van dierlijke en plantaardige producten bij marktleider Albert Heijn over de afgelopen vijf jaar. Daaruit kwam duidelijk een daling van het prijsverschil naar voren. Waren vegetarische kipstukjes in 2019 nog 75 cent duurder (per 100 gram) dan dierlijke kipstukjes, in 2022 is dat nog maar 13 cent. Het prijsverschil in gehakt viel in dezelfde periode terug van 24 cent naar 6 cent. Bij sojamelk is het prijsverschil in de afgelopen jaren zelfs geheel verdwenen.
De zes grootste Nederlandse supermarkten onderzocht: grote verschillen onderling
Het onderzoek behandelde naast Albert Heijn nog vijf andere grote Nederlandse supermarkten: Jumbo, Lidl, Aldi, Dirk en Plus. Daar onderzocht Questionmark een breed scala aan plantaardige vervangers voor dierlijke producten: van plantaardige vlees en vis, tot broodbeleg, kaas-, en andere zuivelvervangers. Voor 32 verschillende productsoorten is de ‘laagsteprijskloof’ berekend: het prijsverschil per 100 gram tussen de goedkoopste plantaardige versie en de goedkoopste dierlijke versie. Daarnaast werd de goedkoopste plantaardige versie vergeleken met de duurste dierlijke versie, om te zien of het plantaardige product in elk geval binnen de prijsrange viel van dierlijke varianten.
- In 20% van de gevallen bleek een plantaardige versie al goedkoper dan de goedkoopste dierlijke versie. Dit gold onder meer voor sojamelk en margarine in alle supermarkten, en in de helft van de supermarkten ook voor plantaardige burgers, kaasplakken en schnitzels.
- 33% van de plantaardige producten werd geclassificeerd als ‘betaalbaar’: de goedkoopste plantaardige variant was duurder dan de goedkoopste dierlijke variant, maar de prijs lag wel binnen de prijsrange van beschikbare dierlijke versies. Dit gold bijvoorbeeld voor plantaardige mayonaise en voor plantaardige burgers in de andere helft van de supermarkten (waar ze niet goedkoper waren).
- De overige 47% bleek duurder: de goedkoopste plantaardige variant viel buiten de dierlijke prijsrange en was hierdoor duurder dan de duurste dierlijke variant. Dit gold in alle supermarkten bijvoorbeeld voor de boterhamworst, braadworst, gehaktballen, vissticks en kipnuggets.
Van de onderzochte supermarkten, had Aldi met 67% het hoogste aandeel producten dat in de categorie ‘duurder’ viel, gevolgd door Dirk (65%), Lidl (63%) en Plus (50%). Bij Jumbo (30%) en Albert Heijn (34%) ligt dit percentage lager en is juist een ruime meerderheid van de producten goedkoper of betaalbaar. Het hoogste percentage goedkopere producten was echter ook juist bij Lidl (31%) en Aldi (33%) te vinden. Door het kleinere assortiment vielen producten bij deze supermarkten vaker in de ‘goedkoper’ of ‘duurder’ categorie en niet in de tussencategorie ‘betaalbaar’.
Plantaardige consument niet per se duurder uit
Ondanks de soms nog grote prijsverschillen is een klant die voor plantaardige alternatieven kiest niet per definitie duurder uit. Wie het houdt bij de meest gangbare producten is onderaan de streep nauwelijks duurder uit, of zelfs iets goedkoper.
De onderzoekers vulden een denkbeeldig winkelmandje met de goedkoopste variant van de 12 meest gangbare plantaardige producten die in (bijna) alle supermarkten te koop zijn: vegaballetjes en -burgers, vegetarisch gehakt, schnitzels, shoarma, kipstukjes, sojamelk, veganistische kaas, kwark, yoghurt, roomijs en plantaardige margarine. Zo’n plantaardig standaardwinkelmandje bleek niet of nauwelijks duurder uit te vallen dan een standaard dierlijk mandje dat gevuld was met de goedkoopste dierlijke varianten. Het grootste prijsverschil, bij Jumbo, bedroeg slechts 75 cent per mandje. Bij PLUS en Lidl viel het plantaardige mandje juist respectievelijk 58 en 24 cent goedkoper uit dan het dierlijke. Op de totaalprijzen van de mandjes van rond de 25 euro zijn dat marginale verschillen.
Pablo Moleman, woordvoerder van ProVeg Nederland: “Deze resultaten breken radicaal met het gevestigde beeld dat plantaardige alternatieven per definitie duurder zijn. Eerder onderzoek liet al zien dat een grotendeels plantaardig dieet dat vooral uit verse groenten, granen en peulvruchten bestaat flink goedkoper is dan een gemiddeld Westers dieet. Maar vlees- en zuivelvervangers hebben nog altijd de reputatie erg duur te zijn. In sommige gevallen is dat ook zo, maar in andere juist niet. Het Questionmark onderzoek laat zien dat die verschillen elkaar min of meer opheffen, waardoor je als plantaardige consument niet duurder uit bent.”
Een eerdere peiling van ProVeg liet al zien dat de perceptie dat vervangers duur zijn een flinke barrière vormt voor mensen om over te stappen op een meer plantaardig dieet. 55% van de ondervraagden gaf daarin aan dat de te hoge prijs voor hen een reden is om niet vaker voor plantaardig te kiezen. Dit nieuwe onderzoek duidt er op dat die perceptie echter niet geheel juist is.
Albert Heijn en Jumbo zetten stappen naar gelijke prijzen
ProVeg pleit bij supermarkten voor actief beleid om de prijzen nog dichter bij elkaar te brengen. Het rapport verwijst naar twee Britse supermarkten, Tesco en COOP UK, die dergelijk beleid vorig jaar hebben ingevoerd. Bij COOP UK is sprake van een ‘prijspariteitsbeleid’, waarbij van alle plantaardige huismerkproducten de prijs exact gelijk wordt gehouden met die van de dierlijke varianten, of zelfs lager. “Bij Co-op geloven we dat het niet meer zou mogen kosten om plantaardig voedsel te eten, en dat de prijsongelijkheid onrechtvaardig is voor mensen die een vegetarisch, veganistisch of flexitarisch dieet volgen” stelt de Britse supermarkt. Ook de Chinese websuper Ochama voerde zo’n beleid eerder deze maand door in haar Nederlandse vestigingen.
Albert Heijn liet kort voor publicatie van het onderzoek aan ProVeg weten ook voor een aantal plantaardige producten de prijzen te hebben aangepast om die gelijk aan of goedkoper dan de dierlijke variant te maken. De resultaten hiervan konden niet meer in het rapport worden verwerkt. Ook Jumbo gaf in een reactie aan voor een deel van hun vegetarische assortiment de prijzen gelijk te trekken. Moleman: “Albert Heijn en Jumbo zetten hiermee de eerste stappen richting eerlijk prijsbeleid en maken het zo makkelijker voor klanten om bewuste keuzes te maken. We hopen dat andere supermarkten dit goede voorbeeld zullen volgen.”
Winstmarges bij plantaardige producten vele malen hoger dan bij dierlijke
Ruimte om de prijzen dichter bij elkaar te brengen lijkt er zeker te zijn. Het onderzoek wijst er op dat supermarkten over het algemeen zeer ongelijke marges hanteren. Vleesproducten worden tegen marges van rond de 8% en in sommige gevallen zelfs onder kostprijs verkocht. Op plantaardige producten zitten daarentegen dikke winstmarges, van 35% tot wel 50%. Zulk margebeleid geeft volgens ProVeg de consument verkeerde prikkels. De organisatie roept de supermarkten daarom op hun margebeleid aan te passen.
Moleman: “Zouden supermarkten het omdraaien en 50% marge heffen op vlees, dan zou de wereld er heel anders uitzien. Uitconsumentenonderzoek weten we ook dat er bij een meerderheid van de Nederlanders draagvlak is voor beleid waarbij supermarkten de prijs van vlees verhogen of die van plantaardig verlagen. Klanten zien daarin ook echt een verantwoordelijkheid voor de sector.”
Ook roept ProVeg supermarkten op om plantaardige producten vaker in de aanbieding te doen en in grotere voordeelverpakkingen te verkopen. In het onderzoek werden alleen producten vergeleken met een vergelijkbare verpakkingsgrootte. Maar voor kilopakken gehakt of melkverpakkingen van 2 liter bestaat nog geen plantaardig alternatief.
Effect Oekraïne-oorlog op prijsverschillen nog onduidelijk
De dataverzameling voor het onderzoek vond grotendeels plaats in januari en februari 2022. Een eventueel effect van de Russische inval in Oekraïne op de voedselprijzen is dus nog niet in het onderzoek terug te zien. Zowel de prijzen van dierlijke producten als plantaardige vervangers zullen naar verwachting stijgen als gevolg van het conflict. Graan en soja zijn immers voor zowel dierlijke producten (als veevoer) als voor plantaardige (als ingrediënt) essentiële grondstoffen en worden getroffen door het conflict. Of de prijzen van dierlijke producten harder zullen stijgen dan die van plantaardige, of andersom, is echter niet eenvoudig te zeggen.
Moleman: “Gerekend per kilogram is voor vlees veel meer graan nodig dan voor vervangers, dus het valt te verwachten dat de prijsdruk daar ook het hoogst wordt. Ook is vlees juist door de dunne marges wellicht gevoeliger voor prijsstijgingen dan de vervangers. Supermarkten zullen waarschijnlijk genoodzaakt zijn in elk geval een deel van de prijsstijgingen door te berekenen aan de consument. Maar vaak wordt niet alles doorberekend, of worden de extra kosten niet per product doorberekend maar uitgesmeerd over meerdere producten of productgroepen. Of de prijsverschillen tussen dierlijk en plantaardig als gevolg van de Oekraïne-oorlog groter of kleiner worden, hangt dus ook af van de keuzes die supermarkten daarbij zullen maken.”