Goud voor de proppers van de foodsector

Als er in de economie een oeuvreprijs zou bestaan voor de sector met beste prestaties op gebied van laagste prijs, meeste genotwaarde en maximaal gemak, dan zouden we als foodsector hoge ogen gooien.  De afgelopen zestig jaar is het aandeel van ons inkomen dat we aan voeding besteden, gehalveerd.  Luisterend naar de aangeboren smaakvoorkeuren van consumenten, bieden we onovertroffen lekkere producten aan. Ook zijn uren in de keuken teruggebracht naar ‘minuutje magnetron’,  als we dat willen.  Vind maar eens een sector die zo goed luistert naar de consument. 

Luisterde de sector maar zo goed naar het gezonde verstand. Die makkelijke, heerlijke producten die steeds minder op ons budget drukken, komen voort uit het “bewerken” van de oorspronkelijke landbouwproducten. Daarvoor worden gewassen  veredeld en geteeld die al vol met inhoudsloze calorieën zitten. Bieten werden suikerbommen bijvoorbeeld, graan werd koolhydratengranaat. Dat bewerken komt neer op het verder concentreren van de zoete en vette, lege calorieën tot ingrediënten als glucosestroop, maltodextrine, zetmeel, witte bloem en suiker natuurlijk. Ze vertegenwoordigen meer dan de helft van de calorieën die we dagelijks eten. Ze zijn arm aan vezels, vitamines en eiwitten. En we vinden het allemaal gewoon dat ze in alle schappen de bouwstenen van producten zijn.

Die oeuvre-award voor onze sector heeft nogal een schaduwkant. Zoals 13.000 voedseldoden per jaar. En ook een populatie die voor de helft overgewicht heeft, ruim over een miljoen diabetici type 2 en ga zo maar door. De leeggespoelde calorieën staan aan de basis van steeds minder gezonde jaren in een mensenleven.  Dat we (nog niet) gemiddeld vroeger dood gaan, is vanwege de (schier onbetaalbaar wordende) zorg. Wij als foodsector zijn als een verdwaalde, onderbetaalde propper bij Spaanse discotheken. Als verleider die steeds meer klanten naar de farma en zorg lokt.

We kunnen blijven doen alsof de consument een vrije keuze heeft in de schappenrimboe. We kunnen ze ook vertellen dat ze met hulp van een (deels verwarrende) Nutriscore toch echt in staat moeten zijn om de gezonde keuze op te sporen.  Maar we kunnen ook een aanbod creëren waarbij de meest voor de hand liggende keuze de gezonde keuze is.  Gewoon gevarieerd, met voedzame onbewerkte grondstoffen (wholefoods), èn net zo lekker. Niet alleen in het groenteschap, maar ook in de schappen met DKW-producten binnenin de supermarkt.

Laten we het voortouw nemen en streven naar een krantenkop als deze:

Foodsector pakt verantwoordelijkheid, leidt consument naar gezond oud worden en houdt zorg betaalbaar.

Jan Buining,

Oprichter TastyBasics, oprichter LeefstijlStraat