FoodAwards 2023: Meet the jury!

De jury van de FoodAwards bestaat uit Michel Engelbertink, Jort Scholten en Thomas Douqué. Bij hun ‘aanstelling’ als jurylid stelden zij zich – via een interview in FoodPersonality – aan de lezer voor. Hieronder een aantal fragmenten uit deze interviews.

Thomas Douqué is sinds 2017 jurylid van de FoodAwards. Hij is inkoopmanager unit A-merken bij Superunie.

Jouw taak ligt op het terrein van de A-merken. Onderhandelen over opname in het assortiment en over de inkoopprijzen.
“We onderhouden de relaties met de A-merkleveranciers. Wij onderhandelen vanuit inkoop­perspectief met hen over hun bestaande assortimenten, hun nieuwe producten en over andere elementen die thuishoren in de relatie tussen afnemer en leverancier. Wij proberen de meest gunstige omstandigheden te creëren, waaronder onze leden het assortiment bij een leverancier kunnen afnemen.”

En wat die leverancier wil, wat doe je daar dan mee?
“Als het om de introductie van nieuwe artikelen gaat, maken wij een case waarin wij de voor- en nadelen afwegen. Welke meerwaarde heeft het aangeboden assortiment? Niet alleen voor de leden, maar ook voor de consument. Uiteraard zit daar een inkoop- en rendementsvraagstuk in, maar het heeft meer dimensies. Kan een lid zich genoeg met een assortiment onderscheiden? Zo ja, mooi. Zo nee, wat is hier dan nog voor nodig. Daar rolt dan een advies uit. En als dat nodig is, wordt dat in een vergadering met de leden besproken. Het is ook niet zo dat alles waar een leverancier mee komt, in een vergadering besproken wordt. Superunie heeft een hoog mandaat van leden; zij hebben veel vertrouwen in wat wij doen. De bevordert de snelheid en slagkracht. Wat de aandacht krijgt, zijn de complexere cases, of die gevallen, waarvan wij de meerwaarde voor de leden anders inschatten dan de leverancier zelf. Dan gaan we over deze zienswijze met de leden in gesprek.”

Je bent ook jurylid van de FoodAwards. Wat wil je daarmee laten zien?
“Je wilt aan leveranciers een signaal geven: de FoodAwards vormen in onze ogen een geslaagde exercitie bij leveranciers. We hebben hier uiteraard naar gekeken in termen van omloopsnelheid, bijdrage en dus relevantie voor zowel de consument als de retailer. Maar ook: dit zijn de bedrijven die bijzondere stappen hebben laten zien. Dat is dan niet per se zichtbaar in de hoogste rotatie, maar deze bedrijven hebben bijvoorbeeld wel een grote impact gehad binnen de categorie of zelfs op de maatschappij. Die winnaars vormen een voorbeeld van datgene waarvoor wij, in de retail, ons petje afnemen. We herkennen en erkennen de geleverde prestatie.”

Michel Engelbertink is sinds 2021 jurylid van de FoodAwards. Hij is unit manager ‘bakkerij en proteïne’ bij Jumbo.

Een van de ‘claims’ van Jumbo: ‘wij bieden het grootste assortiment’.  Betekent dat dat Jumbo altijd ja zegt tegen een product van een leverancier? 

“Dat is niet zo, dat zou ook ondoenlijk zijn. Ondanks onze claim van ‘grootste assortiment’: we krijgen zo veel voorstellen van leveranciers! Wat in een Jumbo wordt aangeboden, is maar een klein deel van alle producten waar fabrikanten bij ons mee komen. Bij ‘grootste assortiment’ verwacht je een gemakkelijke distributie en bij laagste prijs de meeste weerstand vanuit de leveranciershoek, maar dat is allemaal traditioneel gedacht. We kijken naar: een verleidelijk assortiment met een zo hoog mogelijke kwaliteit, tegen een concurrerende prijs, al met al een aanbod waarbij de consument overweegt: dáárom ga ik naar Jumbo! En om dat te bereiken, moeten we altijd nadenken over assortiment, kwaliteit, prijs… Wat doet de concurrentie? Welke klanten willen welk aanbod? En als het om ons zelf gaat: hebben we ons besluit zorgvuldig genomen?”

Jumbo heeft veel data in huis. Die data zeggen iets over: welke klanten, op welk moment, in welke boodschappensetting, tegen welke prijs in relatie tot de concurrentie, welk product bij jullie kopen. Maar wat als een leverancier ineens met een ‘raar product’ komt, en geen marktonderzoek heeft gedaan?
“Ons datamanagement zegt ons iets over bestaande kooppatronen, van bestaande artikelen. Door middel van data kijk je terug. Maar bij elk nieuw item in ons assortiment kunnen we niet terugvallen op marktinformatie uit het verleden. Dan is opnieuw ‘fingerspitzengefühl’ nodig, vanuit gevoel en ervaring kijken naar de toekomst. Wat kan dit nieuwe product bij ons gaan doen? Moeten we dit hebben, ja of nee? Dat blijft een afweging met intuïtie, met dat ‘fingerspitzengefühl’. En dat is ook een mooi element van ons werk. En soms best spannend om daar beslissingen over te nemen. Altijd zullen we initiatieven van leveranciers verwelkomen.”

Heb je nog een ‘leuke blunder voor ons’?
“Hmmm. Ja, jaren geleden kwamen kauwgumfabrikanten met het idee om kauwgum in een potje te presenteren. Een flink stuk duurder voor de consument. Ik zag dat echt als zo’n truc van fabrikanten om voor hetzelfde product flink meer geld te vragen. Ik wist zeker: daar trappen consumenten niet in. Dus ik hield als assortimentsmanager de boot af. Nou, ik zat helemaal mis. Daar leer je van.”

Jort Scholten is sinds 2020 jurylid. Hij was een aantal jaren unit manager dranken bij Albert Heijn, sinds februari 2022 is hij ‘VP Commerce Support’.

Albert Heijn barst van de consumenten­data. Wat doet een category manager of sourcing manager daar eigenlijk mee? 
“Het datagedreven werken zit er bij ons altijd al in en wij proberen onszelf constant door te ontwikkelen op dit vlak. Uiteraard om onze klant nog beter te begrijpen en daarmee te kunnen bedienen. Daarnaast stelt dit ons ook in staat om efficiënter te werken en daarmee tijd te winnen voor echte creatieve initiatieven. Uiteindelijk gaat het natuurlijk wel om wat je daadwerkelijk met data doet. ‘Zomaar een dashboard’ voor je neus is stap één. Het ontsluiten van daadwerkelijke inzichten, om deze vervolgens te gebruiken voor commerciële beslis­singen, is al complexer. Alleen data is dus mooi, maar wij hebben nog steeds de grootste commerciële talenten nodig om met deze data daadwerkelijk het verschil te kunnen maken. 

Een category manager moet interpreteren en analyseren. Wat zeggen die gegevens mij? Wat besluit ik? En ook nu weer: wat is consistent met de AH-uitgangspunten? En dan het ook echt regelen. Altijd in samenspraak met leveranciers, andere disciplines en terreinen, zoals online en marketing. Het blijft naast analyseren dus ook constant verbinden, en dus gewoon mensenwerk.”

En dan komt er een leverancier voorbij met een artikel waarvan iedereen bij jullie denkt: tsja, wat nu, wat moeten we hiermee? Niks data…
“Uiteraard willen wij ‘frontrunner’ zijn in innovatie, en dus ook voor leveranciers dé partner zijn om nieuwe producten groot te maken. Echter, ik ben niet van het innoveren om het innoveren. Je kunt maar al te makkelijk doorslaan en de consument uit het oog raken. Van de andere kant: kijk je bijvoorbeeld naar speciaalbier en naar bier van kleinschalige en ambachtelijke brouwers, daar maakt dat ene lokale biertje wel het verschil. En als het om een kleine lokale brouwer gaat die niet over de nodige marketingslagkracht beschikt, dan proberen wij natuurlijk ook via onze eigen middelen aan penetratie te bouwen. Albert Heijn Media Services is natuurlijk hét podium voor kleine merken om penetratie te bouwen.”