FNV stopt cao-onderhandeling supermarkten na bod waarmee personeel geld inlevert

De supermarktbazen hebben vandaag in het vierde gesprek met de FNV voor een nieuwe cao zo’n laag bod neergelegd, dat het zou betekenen dat medewerkers er netto per 1 januari 2021 op achteruit gaan. Mari Martens, sectorhoofd Handel: ‘We gaan nu in overleg met de achterban over maatregelen.’

De supermarktketens doen een loonbod ver onder het inflatieniveau, die met de stijging van de pensioenpremie erbij per saldo negatief uitpakt voor het nettoloon ten opzichte van nu. Martens: Werkgevers stellen een cao voor van 24 maanden, met ingangsdatum 1 april 2020. Ze bieden een loonsverhoging van 1,5% per 1 januari 2021 en een van 2,5% per 1 maart 2022, een maand voor het aflopen van de cao. En dat terwijl de omzetten van de supermarkten het afgelopen half jaar gemiddeld met 16 procent zijn gestegen.’

14.000 supermarktmedewerkers
Morgen overlegt de FNV met al haar kaderleden over te nemen stappen. In mei heeft de FNV haar eisen namens het personeel al kenbaar gemaakt aan de werkgevers. Martens: ‘We hebben een grote enquête gehouden onder leden en niet-leden. Daarop hebben we onze inzet tijdens deze onderhandelingen gebaseerd. 14.000 supermarktmedewerkers ontvangen nu een update van elke onderhandelingsronde en dat worden er telkens meer. Zij willen allemaal weten hoe de gesprekken met hun werkgevers over een nieuwe cao verlopen.’

Handhaven mondkapjesplicht
Vandaag is het dragen van een mondkapje verplicht geworden. Martens: ‘Het naleven van deze verplichting leggen deze werkgevers neer bij hun 300.000 werknemers. Dat brachten ze vanochtend al naar buiten. Dat vind ik gewoon schandalig. Er komt geen beveiliging. Geen extra maatregelen. De jongens en meisjes in de supermarkten mogen het zelf oplossen. Het is hoog tijd dat deze werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen. Zij hebben de plicht een veilige werkomgeving te creëren voor hun personeel.’

Verhoogd risico
Martens: ‘Waar het om gaat is dat deze werkgevers in deze vitale en financieel zeer gezonde sector hun personeel niet waarderen. De mensen die voor hen deze enorme omzetten mogelijk maken, werken dag in en dag uit door, middenin een coronapandemie. Ze lopen allemaal een verhoogd risico om ziek te worden. Het schijnt deze werkgevers niets te kunnen schelen.’