Een plantaardige maaltijd, zo moeilijk is het toch niet?

Als het over ons eten gaat, heeft iedereen wel een mening. Het begint al als je klein bent met: ‘ik vind het niet lekker’. Als je ouder wordt, gaan de meningen vaak over gezondheid of heb je hele verhalen over die lokale specialiteitenwinkel die zo’n uniek kaasje in het schap heeft liggen…

Iedereen heeft altijd wel wat te vertellen over ons eten en daarbij spelen feiten niet per se een rol. Ons voedsel is ook een leuk en populair onderwerp voor aan tafel. Maar pas op: het kan ook zo uitmonden in een ruzie… Bijvoorbeeld als het gaat over ‘plantaardig’. Ik merk dat een gesprek hierover al snel tot verhitte discussies leidt. Ja, we zijn het er allemaal over eens dat een beetje minder vlees op tafel geen kwaad kan, maar over het alternatief voor dat vlees zijn de meningen sterk verdeeld.

‘Nepvlees’ is bijvoorbeeld vaak de kwalificatie die gebruikt wordt. Toch jammer, want ik weet hoeveel moeite er vaak is gestoken in het ontwikkelen van vegetarische vleesvervangers. Ze zijn gemaakt van bijvoorbeeld soja, erwten of paddenstoelen. Daarbij zijn er heel veel inspanningen verricht om ze in beet, kleur en geur zoveel mogelijk op ‘echt vlees’ te laten lijken. Dit om de stap naar plantaardig voor de consument zo klein mogelijk te maken. In de supermarkt vind je in de koeling al snel acht meter aan plantaardige vleesvervangers. Een tijd geleden was echter in verschillende media te lezen dat de omzet van vleesvervangers onder druk staat; de verwachte groei zet niet door. De oorzaak? Sommigen wijzen op het prijsverschil met een ‘gewoon stukje vlees’ dat nog steeds goedkoper zou zijn dan veel vleesvervangers. Nu was dat lange tijd het geval, maar uit recent onderzoek van Questionmark en Proveg blijkt dat vleesvervangers inmiddels in veel supermarkten juist goedkóper zijn dan vergelijkbare dierlijke varianten…Dat is wellicht positief, als we er vanuit gaan dat voor een bepaalde groep consumenten de portemonnee het keuzegedrag sterker bepaalt dan overwegingen vanuit dierenwelzijn of zorgen om het milieu.

Maar los van de vleesvervangers, zijn er nog veel meer andere oplossingen om meer plantaardig te eten. Zo heeft de Aziatische keuken heel veel gerechten met kikkererwten. En onlangs ben ik een Afrikaanse maaltijd gaan koken en dan blijkt dus dat een tajine met aubergines of een linzenstoof vrij eenvoudig te bereiden én super lekker kan zijn. Of wat dacht je van een chili sin carne uit de Mexicaanse keuken? Ik heb mijn boodschappenlijstje alweer klaar voor deze week…

Laten we klanten in de winkel een beetje helpen bij de vraag ‘wat gaan we eten vanavond?’ Zet de suggesties eens bij elkaar of zelfs naast elkaar, zodat ze kunnen kiezen. En laat dan zien dat plantaardig het ‘normaal’ is en dat er eigenlijk geen ‘vervanging’ nodig is. Ook de maaltijdboxen kunnen inspiratie bieden. Zo komt de consument er vanzelf achter: ‘plantaardig, zo moeilijk is het toch niet!’

Tijn Bresser,  partner van The Category & Trade Company