Dure supermarkten verliezen klanten door inflatie

Consumenten zien prijsplafond als oplossing

AMSTERDAM De helft van de Nederlanders die vorig jaar overstapte naar een andere supermarkt, deed dat om zo te besparen op de kosten voor levensonderhoud. De oplopende inflatie is voor steeds meer consumenten reden om prijzen te vergelijken en desnoods de vaste winkels te mijden. Dat blijkt uit Europees onderzoek van consultancybureau Oliver Wyman. Het onderzoek is uitgevoerd onder 7000 consumenten, waaronder ook 1000 Nederlanders. Ruim 65 procent van de Nederlandse ondervraagden vindt dat er een prijsplafond moet komen op basisproducten, om zo een eind te maken aan de stijgende prijzen in de supermarkt.

Dat prijsplafond zou ingesteld moeten worden door de overheid. Ook zou er een maximum ingesteld kunnen worden op gemiddelde prijsstijgingen, vinden de respondenten. Veel consumenten denken dat vooral winkeliers verantwoordelijk zijn voor de hogere prijzen. Dat is begrijpelijk maar klopt niet, zegt Marco Kesteloo, retailexpert van OIiver Wyman: “Wij zien dat juist leveranciers gebruikmaken van de situatie om hun prijzen te verhogen en daarmee de winstmarges te vergroten. Winkeliers daarentegen proberen juist om die prijsstijgingen af te remmen. Winkeliers die concurrerend willen blijven, nemen steeds vaker genoegen met een lagere winstmarge.”

Gevraagd naar wat winkels moeten doen in onderhandeling met producenten, zegt een derde van de consumenten dat winkels moeten vechten voor lage prijzen, maar zonder te dreigen dat het product anders niet in de schappen komt. Eenzelfde percentage zegt er begrip voor te hebben als producten korte tijd niet verkrijgbaar zijn, zo lang dat op middellange termijn tot betere prijzen leidt. Die consumenten vinden het dus niet zo erg als ze geconfronteerd worden met lege schappen.

Ook veranderingen bij winkeliers

Uit het onderzoek blijkt verder dat in de beleving van consumenten de prijzen van versproducten zoals groente en fruit het hardst gestegen zijn, terwijl dat in werkelijkheid juist relatief meevalt. Dure versproducten worden minder geaccepteerd dan prijsstijgingen op andere productgroepen. Die perceptie van het winkelend publiek kunnen supermarkten inzetten om hun imago te verbeteren, adviseert Kesteloo: “Door de prijzen van versproducten laag te houden, wordt een winkel aantrekkelijk voor consumenten. Het verlies aan marge kunnen ze terugverdienen op producten waarvan consumenten het niet erg vinden als die iets duurder zijn.”

Geen aardbeien in de winter

Prijsonderhandelingen tussen leveranciers en winkeliers is volgens Kesteloo geen duurzame oplossing: “De leverancier zit vast aan de winkelier, die weer vastzit aan de consument. De oplossing kan niet bij een van hen vandaan komen, zonder dat de andere twee delen van de keten de gevolgen ondervinden. Wat je wel kunt doen, is samen kijken naar efficiënte en creatieve oplossingen. Zo kun je consumenten meer betrekken bij de manier waarop ze producten krijgen aangeboden. Een voorbeeld: supermarkten kunnen vaker de mogelijkheid bieden om producten zoals muesli in een eigen bak te scheppen die klanten meenemen naar de winkel. Dan vallen de kosten voor de verpakking weg. Daarnaast hoef je sommige producten niet in de schappen te leggen in een seizoen dat ze kostbaar zijn. Aardbeien zijn bijvoorbeeld duur in november. Die kun je dan beter niet verkopen.”