Consument maakt draai naar dierenwelzijn voor kip en eieren

  • Pluimveehouder en consument maken afweging tussen dierenwelzijn, milieu en portemonnee
  • Keuze van supermarkten voor Beter Leven kip versnelt duurzame transitie in de vleeskuikenhouderij
  • Transitie leidt tot daling aantal vleeskuikens in Nederland met 15 tot 25 procent in komende vijf jaar

Goede beloning pluimveehouder en dierenwelzijn belangrijk voor consument
Nederlandse en Duitse consumenten letten bij de aankoop van pluimveeproducten op dierenwelzijn, maar vinden een goede beloning voor boeren minstens zo belangrijk. Zo zijn circa 7 op de 10 consumenten bereid meer te betalen voor kip en eieren als vleeskuikens en leghennen voldoende ruimte krijgen en boeren beter worden betaald. Dat blijkt uit onderzoek dat ABN AMRO onder Nederlandse en Duitse consumenten heeft laten verrichten. Ook supermarkten kiezen de vlucht voorwaarts als het gaat om dierenwelzijn. Bovendien neemt de consumptie van kip en eieren de komende jaren naar verwachting toe. Dit biedt volgens ABN AMRO een gezonde basis voor de Nederlandse pluimveehouderij, mits ondernemers de ruimte kunnen creëren om hun bedrijf te verduurzamen en hun verdienmodel goed blijft.

Nederland loopt voorop in omschakeling naar diervriendelijke pluimveehouderij
De Nederlandse pluimveehouderij bevindt zich in de top als het gaat om de transitie naar diervriendelijkere houdsystemen. Zo leeft 90 procent van de leghennen in systemen waar ze vrij kunnen bewegen; in Europa ligt dit gemiddelde op 52 procent. Het aandeel ‘biologische’ leghennen zal naar 10 procent stijgen en dat van ‘vrije uitloop’ hennen zal in 2025 naar een kwart stijgen, verwacht ABN AMRO. Ook bij de vleeskuikens vindt een transitie plaats op het gebied van diervriendelijkere houdsystemen. ABN AMRO verwacht dat het aandeel pluimveevlees met een Beter Leven-Keurmerk zal toenemen van 5 tot 10 procent in 2021 naar 60 tot 80 procent in 2025. Daarbij is het van belang dat er voldoende ruimte is om buitenuitloop te realiseren. Desondanks zal de transitie waarschijnlijk leiden tot een daling van het totaal aantal vleeskuikens met 15 tot 25 procent. Hier is een eventuele extra daling – als gevolg van de stikstofregelgeving – niet meegenomen.

Meer dierenwelzijn leidt tot meer CO2-uitstoot
De pluimveesector speelt al lange tijd in op de veranderende vraag van consumenten en supermarkten, maar ABN AMRO verwacht de komende vijf jaar een versnelling. “Hierdoor zal het aantal dieren flink afnemen en het dierenwelzijn stijgen. De grotere aandacht voor dierenwelzijn heeft echter óók een keerzijde. Meer beweging is goed voor het dier, maar minder goed voor het milieu. Dat komt omdat het een hoger voerverbruik en een hogere CO2-voetafadruk tot gevolg heeft. De sleutel voor verlaging van de CO2– uitstoot ligt mede in de gebruikte grondstoffen voor pluimveevoer”, zegt Pierre Berntsen, Directeur Agrarische Bedrijven van ABN AMRO. “De Nederlandse mengvoerindustrie loopt voorop in de kennis over reststromen en het verkleinen van de CO2-voetafdruk van grondstoffen. Met deze kennis zijn mengvoerleveranciers in staat om pluimveehouders te ondersteunen bij het verlagen van de milieu-impact. Echter geldt hier dat extra duurzaamheidseisen leiden tot hogere kosten. Om dit op te vangen zal de consument zal een hogere prijs moeten betalen om deze transitie vol te houden.”

Het hele rapport is hier te downloaden.